Enkel- en voetklachten
De enkel bestaat uit het bovenste en het onderste spronggewricht. Het bovenste spronggewricht bestaat uit het scharnierende gedeelte tussen het scheenbeen (tibia), het kuitbeen (fibula) en het sprongbeen (talus). Het onderste spronggewricht bestaat uit het sprongbeen (talus) en het hielbeen (calcaneus). Het uiteinde van het bot is bedekt met kraakbeen waardoor het gewricht soepel kan bewegen. Diverse banden (ligamenten) zorgen voor extra versteviging. Rondom de enkel lopen ook veel pezen en spieren die zorgen voor beweeglijkheid en stabiliteit.
De voet bestaat uit de voetwortel, de middenvoet en de tenen. De voetwortel bestaat uit de voetwortelbeentjes; het sprongbeen (talus), het naviculaire bot, het cuboideum bot en de drie cuniforme botten. De middenvoet bestaat uit vijf middenvoetsbeenderen. De tenen bestaan uit drie kootjes, behalve de grote teen die er twee heeft.